Wat riskeer ik wanneer ik rijd tijdens een rijverbod?

Het rijverbod is een bijkomende straf die de Politierechter oplegt. In sommige gevallen is deze straf facultatief en in sommige gevallen is de rechter verplicht om het rijverbod op te leggen. Er zijn verschillende soorten rijverboden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om enkel een weekendrijverbod te krijgen, of een rijverbod voor bepaalde categorieën van voertuigen. Een rijverbod duurt minstens acht dagen en hoogstens 5 jaar of levenslang. Het kan al dan niet met uitstel worden opgelegd.

Indien u rijdt spijts verval van het recht tot sturen, riskeert u op basis van artikel 48 Wegverkeerswet een gevangenisstraf van 15 dagen tot 2 jaar en/of een geldboete van 500 tot 2.000 EUR. Verhoogd met opdeciemen (x8) komt u op een geldboete van 4.000 tot 16.000 EUR. Daarnaast zal de Politierechter u opnieuw een rijverbod opleggen van minstens 3 maanden tot 5 jaar of levenslang. straffen. Opgelet, het is zo dat u geen voertuig zelf mag besturen, maar daarnaast mag u ook geen rijles geven tijdens de periode van het rijverbod!

Wanneer u uw rijbewijs niet tijdig inlevert nadat de Politierechter een rijverbod heeft uitgesproken, riskeert u een zware geldboete van 200 tot 2.000 EUR. Rekening houdende met de verplichte opdeciemen (x8) bedragen deze boetes 1.600 tot 16.000 EUR. Artikel 49/1 Wegverkeerswet bepaalt: “Met geldboete van 200 euro tot 2000 euro wordt gestraft hij die, nadat tegen hem een verval van het recht op sturen werd uitgesproken, zijn rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet inlevert binnen de door de Koning bepaalde termijn.”

In tegenstelling tot het rijverbod, is de onmiddellijke intrekking op zich geen straf. Het is een veiligheidsmaatregel die door de Politie of op bevel van de procureur des Konings wordt opgelegd. De redenering hierachter is om voorlopig gevaarlijke bestuurders uit het verkeer te halen. De normale duur van de intrekking is 15 dagen. Uitzonderlijk kan men dit verlengen tot 3 maanden.

Ook wanneer de Politie uw rijbewijs onmiddellijk intrekt en u nadien toch terug heeft gereden, riskeert u zware straffen. Op basis van artikel 30 Wegverkeerswet zal u gestraft worden met een gevangenisstraf van minimum 3 maanden tot 2 jaar en/of een geldboete van 200 tot 2.000 EUR. Rekening houdende met opdeciemen gaat het al snel om een geldboete van 1.600 tot 16.000 EUR. Daarnaast zal de rechter ook een rijverbod opleggen van 3 maanden tot 5 jaar of levenslang.

Artikel 55, §3 Wegverkeerswet bepaalt:

“De bestuurder of de persoon die hem begeleidt, bedoeld in de bepalingen van paragraaf 1, eerste lid, 1°, of tweede lid, is gehouden zijn rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs in te leveren op verzoek van de politie, na vordering van de procureur des Konings of in voorkomend geval van de procureur-generaal die de intrekking heeft bevolen of in het geval bedoeld in paragraaf 2, na de beslissing van de officier van gerechtelijke politie. Doet hij dit niet, dan kan het bevoegd openbaar ministerie de inbeslagneming van het document bevelen.”

U bent dus verplicht om uw rijbewijs af te geven op verzoek van de Politie die belast is met de onmiddellijke intrekking. Indien u dit toch niet doet, riskeert u naast de inbeslagname ervan, op basis van artikel 58 Wegverkeerswet een gevangenisstraf van 1 dag tot 1 maand en/of een geldboete van 10 tot 500 EUR. Verhoogd met opdeciemen (x8), komt dit bedrag neer op een geldboete van 80 tot 4.000 EUR.