Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

Hoe besliste de Politierechtbank van Brugge wanneer men eerst een waarschuwing ontvangen had wegens een niet gekeurd voertuig?

Een waarschuwing ontvangen voor een voertuig dat al 2 jaar niet gekeurd werd.

Een bestuurder ontvangt in april 2018 een proces-verbaal van waarschuwing waaruit blijkt dat haar voertuig (een camionette) niet meer gekeurd is sinds begin 2016.

De bestuurder kan zich niet herinneren ooit de uitnodiging voor de keuring te hebben ontvangen. In het pv van waarschuwing was vermeld dat de bestuurder zich opnieuw moest aanbieden bij de politie tegen het einde van de maand om na te gaan of ze zich in regel had gesteld.

De bestuurder deelt tijdig aan de politie mee dat het voertuig was verkocht aan een garage en dus niet opnieuw was gekeurd. Toch krijgt het pv de opdruk dat de overtreding “niet geregulariseerd” is, niettegenstaande het niet-gekeurde voertuig wel degelijk uit verkeer gehaald werd. Ook al betreft het een pv van waarschuwing: men kan nog steeds beslissen om over te gaan tot dagvaarding, hetgeen hier ook gebeurd is.

Gedagvaard voor de Politierechtbank West-Vlaanderen, Afdeling Brugge.

De bestuurder werd uiteindelijk gedagvaard voor de Politierechtbank voor de volgende  verkeersinbreuk:

Onder dekking van een Belgische inschrijvingsplaat, een volgens dit besluit aan de autokeuring onderworpen voertuig op de openbare weg te hebben laten bevinden, dat niet voorzien was van een geldig keuringsbewijs, het overeenkomstig keuringsvignet en een met zijn gebruik overeenstemmend identificatieverslag, technische fiche of een document “Visuele keuring van het voertuig”, voor zover deze documenten vereist zijn (art. 24 §1, 26 en 81 van het KB van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s , hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen)

De uitspraak van de Politierechtbank West-Vlaanderen, Afdeling Brugge?

De bestuurder werd veroordeeld tot :

  • Een geldboete van 350,00 EUR X 8 = 2.800,00 EUR waarvan 175,00 EUR x 8  met uitstel werd toegekend zodat de effectief te betalen geldboete 175,00 EUR x 8 =  1.400,00 EUR bedraagt;

De bestuurder werd ook veroordeeld tot een bijdrage van 200,00 EUR in het Slachtofferfonds, zijnde een verplichte (administratieve) bijdrage die de Politierechter dient op te leggen van zodra men veroordeeld werd tot een geldboete vanaf 26,00 EUR (x 8).

De bestuurder werd tenslotte ook nog veroordeeld tot een bijdrage in het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand t.b.v. 20,00 EUR en tot de gerechtskosten (kosten van dagvaarding, deskundige e.d.) die +/- 80,00 EUR bedragen.

Deze gerechtskosten worden normaal gezien terugbetaald aan de bestuurder door de verzekeringsmaatschappij van zodra deze alles betaald heeft.

Hoger beroep

De bestuurder ging echter in beroep tegen de uitspraak (omwille van de te hoge geldboete) en de Rechtbank in beroep heeft uiteinde de volgende straf opgelegd:

  • Een geldboete van 350,00 EUR X 8 = 2.800,00 EUR waarvan 260,00 EUR x 8  met uitstel werd toegekend zodat de effectief te betalen geldboete 90,00 EUR x 8 =  720,00 EUR bedraagt

De bestuurder werd tenslotte ook nog veroordeeld de gerechtskosten van de procedure in hoger beroep die 80,59 EUR bedragen.

Alle gerechtskosten worden echter terugbetaald aan de bestuurder door de rechtsbijstandsverzekeraar.