Bewijswaarde versus wettelijke bewijswaarde versus bewijskracht.
De bewijswaarde van een proces-verbaal is een feitelijk begrip: het betekent de geloofwaardigheid die een rechter aan het proces-verbaal kan geven.
De wettelijke bewijswaarde is de wettelijke graad van bewijs waardoor de rechter gebonden is. In bepaalde gevallen mag de rechter niet vrij bepalen of hij geloof hecht aan een vaststelling of niet: de rechter is dan verplicht rekening te houden met inhoud van een proces-verbaal omdat de wet dit voorschrijft. De bewijswaarde of geloofwaardigheid is wettelijk bepaald. Er zijn twee soorten van wettelijke bewijswaarden: bewijswaarde “tot inschrijving van valsheid” en bewijswaarde “tot bewijs van het tegendeel”.
Aangenomen dat er een gewone bewijswaarde bestaat en een wettelijke bewijswaarde, bestaan er ook twee soorten processen-verbaal: P.V.’s zonder wettelijke bewijswaarde (met een vrije bewijswaarde) en P.V.’s met een wettelijke bewijswaarde (tot bewijs van het tegendeel of tot inschrijving van valsheid).
Wat is dan bewijskracht? Deze term is eerder functioneel: de rechter moet de inhoud van een P.V. respecteren, ongeacht de (wettelijke) bewijswaarde van het P.V.
Het proces-verbaal als inlichting.
De algemene regel is dat een proces-verbaal slechts geldt als inlichting, zodat de rechter vrij de geloofwaardigheid ervan kan beoordelen, maar in de praktijk strekt die vrijheid vaak niet zo ver.
Deze processen-verbaal zijn ook niet onderworpen aan bijzondere vormvoorwaarden.
Veelal hebben de processen-verbaal een bijzondere wettelijke bewijswaarde, waarmee de rechter verplicht rekening dient te houden.
Processen-verbaal met bewijswaarde tot bewijs van het tegendeel.
Zoals het begrip reeds aangeeft, moet de rechter deze P.V.’s aannemen tot bewijs van het tegendeel. Het is aan de belanghebbende die de vaststellingen van de verbalisant(en) betwist, om het tegendeel te bewijzen.
Welke elementen vallen er allemaal onder deze bijzondere bewijswaarde? Het moet gaan om door de verbalisant persoonlijk, binnen de perken van zijn wettelijke opdracht, regelmatig gedane zintuiglijke vaststellingen. Het gaat o.m. om de volgende vaststellingen:
- de bestanddelen en de ermee verbonden omstandigheden van een misdrijf;
- de materialiteit van een verklaring of een getuigenis;
- de zintuigelijke waarnemingen, zoals identiteit, plaats en uur van de overtreding;
- de vermelding van de datum van de verzending of overhandiging van het afschrift van het verhoor aan de overtreder.
- Het moet gaan om zintuiglijk gedane vaststellingen van een feitelijk toestand. In verkeerszaken moet het gaan om vaststellingen gedaan op het ogenblik van het misdrijf of kort nadien. Later verstrekte gegevens opgenomen in een navolgend P.V. vallen niet onder de bijzondere bewijswaarde !(zie Cass. 4 januari 1994, Arr.Cass. 1994, 9).
Vallen o.a. niet onder de bijzondere bewijswaarde:
- de juridische of feitelijke gevolgtrekkingen die de verbalisant uit de feiten zou afleiden (deducties, redeneringen, vermoedens, analyses, …;
- eventuele inlichtingen die de verbalisant verkrijgt in het kader van zijn gedane vaststellingen;
Processen-verbaal tot bewijs van het tegendeel moeten P.V.’s zijn die opgesteld worden door officieren en agenten van gerechtelijke politie die door de Wet uitdrukkelijk voor de vaststelling van bepaalde misdrijven zijn aangewezen.
In verkeerszaken bepaalt art. 62 Wegverkeerswet dat de door de Koning aangeduide personen de bevoegdheid hebben verkeersovertredingen vast te stellen met “processen-verbaal die bewijskracht hebben zolang het tegendeel niet is bewezen”. Merk op dat de wet de termen bewijswaarde en bewijskracht door elkaar haalt… Deze personen worden vervolgens in art. 3 Wegcode aangeduid.
Processen-verbaal tot inschrijving wegens valsheid.
Een tweede bijzondere bewijswaarde geeft men aan processen-verbaal “tot inschrijving van valsheid”.
Het gaat om P.V.’s die de waarde hebben van een authentieke akte met een absoluut wettelijk bewijs.
Deze P.V.’s kan men maar ter zijde schuiven als u het bewijs levert van valsheid en deze valsheid gerechtelijk wordt erkend. Dit kan slechts via de bijzondere procedure van valsheid (in geschrifte) (art. 458 tot 464 Sv. en de artikelen 895 tot 914 Ger.W.).
Bent u het niet eens met uw proces-verbaal of Pro Justitia?
Heeft u een proces-verbaal of Pro Justitia ontvangen wegens een verkeersinbreuk, en bent u het hiermee niet eens? Neem dan gerust even contact op met verkeerszaken.be. Wij bekijken met u of het de moeite loont het P.V. te betwisten. U kan onmiddellijk uw Pro Justitia overmaken of even met ons chatten. Doe gerust de test!
Het team van verkeerszaken.be