Plaatsgesteldheid.
De plaatsgesteldheid houdt in dat de bestuurder zijn snelheid dient aan te passen op basis van de plaats waar hij rijdt of waar hij naartoe aan het rijden is. Voorbeelden hiervan zijn een gevaarlijke bocht, een versmalling van de weg of een tunnel. Zo moet de bestuurder ook zijn snelheid aanpassen indien hij een kruispunt nadert met verkeerslichten om ervoor te zorgen dat hij op tijd kan stoppen wanneer het oranje verkeerslicht aangaat. Hierbij kan men rekening houden met de voorafgaandelijke kennis van de plaatsgesteldheid. Indien de bestuurder elke dag dezelfde weg aflegt, hoort hij te weten dat het gaat om een gevaarlijke plaats. In dat geval moet hij zijn snelheid minderen om zichzelf of andere weggebruikers niet in gevaar te brengen.
Zichtbaarheid.
De zichtbaarheid kan aangetast zijn door verschillende elementen zoals het weer wanneer er veel zon, mist of regen is. Wanneer de bestuurder een accident veroorzaakt doordat hij niet goed kon zien door de zon, is hij toch in fout. Daarnaast wordt de zichtbaarheid ook bepaald door andere elementen, zoals bepaalde gebouwen of bossen. Kortom, een bestuurder moet zijn snelheid aan te passen indien zijn gezichtsveld beperkt is. Wanneer de bestuurder bijvoorbeeld ’s nachts op een weg rijdt waar er geen verlichting is, moet hij zijn snelheid minderen wegens onvoldoende zichtbaarheid.
Staat van het voertuig.
Indien de staat van het voertuig niet voldoet aan de vereisten van de autokeuring, moet de bestuurder zijn snelheid aanpassen. Dit kan het geval zijn indien men plots een lekke band heeft. Wanneer dit gebeurt, moet de bestuurder in staat zijn om het voertuig langs de rand van de weg te plaatsen. Indien er toch een ongeval plaatsvindt, gaat het om een fout van de bestuurder. Ook de mate van belading van het voertuig bepaalt de snelheid ervan.
Staat van de weg en weersomstandigheden.
Bestuurders moeten zich aanpassen aan de weersomstandigheden. Zo moet de snelheid verminderd worden in de winterperiode en dient de bestuurder zijn rijstijl aan te passen. Wanneer het voertuig slipt op een ijzellaag, kan de bestuurder zich niet beroepen op overmacht.
Wanneer het slippen echter te wijten is aan de staat van de weg, kan er wel sprake zijn van overmacht. Het is mogelijk dat er een ongewone aanwezigheid ijzel is op de weg. Dit gaat dan over een gebrek van de weg zelf. Hierdoor is er geen fout van de bestuurder indien het niet te voorzien was. Mogelijkerwijze is er sprake van een aansprakelijkheid van de overheid voor de staat waarin de weg zich bevond.
Kent u verkeerszaken.be al?
Bent u gedagvaard voor de Politierechtbank, dan kan u bij verkeerszaken.be terecht voor een state of the art verdediging. De advocaten van verkeerszaken.be zijn expert op het vlak van verkeersrecht. Uw gemak is onze missie! De bedoeling is dat wij u volledig ontzorgen en uw dossier zo goed mogelijk autonoom afhandelen. U bezorgt ons uw dagvaarding, de gegevens van uw rechtsbijstandsverzekering (zo u deze heeft) en wij regelen verder alles. Wij bespreken met u uw dossier, bereiden dit samen met u voor en doen ons uiterste best om een zo goed mogelijk resultaat te bekomen.
U kan een beroep doen op verkeerszaken.be voor snelheidsovertredingen, rijden zonder papieren, parkeerboetes, door het rood licht rijden, alcoholintoxicatie, vluchtmisdrijf, ...kortom, voor alle mogelijke verkeersovertredingen!