Verval van het recht tot sturen wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
Het verval van het recht tot sturen wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid is een beveiligingsmaatregel die naast de uitgesproken straf moet worden uitgesproken. (Art. 42 wegverkeerswet).
Art. 42 van de Wegverkeerswet bepaalt het volgende:
“Verval van het recht tot sturen moet uitgesproken worden wanneer, naar aanleiding van een veroordeling of opschorting van straf of internering wegens overtreding van de politie over het wegverkeer of wegens een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijk toedoen van de dader, de schuldige lichamelijk of geestelijk ongeschikt wordt bevonden tot het besturen van een motorvoertuig.
De uitspraak van dit verval is mogelijk in elke graad van veroordeling, ongeacht wie het rechtsmiddel heeft ingesteld.
De duur van het verval van het recht tot sturen is afhankelijk van het bewijs dat betrokkene niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen”
Verslaving aan alcohol of drugs.
Art. 42 van de Wegverkeersrecht geeft de Rechter de mogelijkheid om een verval van het recht tot sturen op te leggen wanneer een bestuurder lichamelijk of geestelijke ongeschikt zou zijn een voertuig te besturen. Meestal gaat het in de praktijk om een verslaving aan alcohol of drugs.
Concreet moet elke bestuurder voldoen aan de voorwaarden die beschreven staan in bijlage 6 bij het KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs. Deze bijlage bepaalt de minimumnormen en attesten inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig.
In deze bijlage kunt u lezen welke de functionele stoornissen en aandoeningen zijn die de uitsluiting tot gevolg hebben en de geneeskundige normen waaraan de kandidaat voor een rijbewijs of een voorlopig rijbewijs en de houder van een rijbewijs, moeten voldoen.
Om na te gaan of de bestuurder voldoet aan deze voorwaarden van bijlage 6, stelt de Rechter in de meeste gevallen een deskundige aan om de lichamelijke of geestelijke geschiktheid na te gaan.
Specifiek voor wat betreft alcohol of drugs zal de deskundige bepaalde testen uitvoeren (een bloed-, urine- of haaranalyse) die kunnen wijzen op een chronisch gebruik van alcohol of drugs.
Daarnaast moet de wetsgeneesheer ook nagaan of de bestuurder regelmatig drugs gebruikt die een nadelige invloed op de rijgeschiktheid kunnen hebben of die dusdanige hoeveelheden gebruikt dat het rijgedrag daardoor ongunstig wordt beïnvloed is niet rijgeschikt.
In geval van alcohol zal de wetsgeneesheer ook nagaan of de bestuurder zich kan onthouden van alcoholgebruik wanneer hij een motorvoertuig bestuurt.
U werd gedagvaard voor de Politierechtbank
U kan via deze link uw dagvaarding heel eenvoudig uploaden naar de advocaten van Verkeerszaken.be!
Wat als er geen onderzoek is geweest?
Wat als men echter niet opdaagt op de zitting of niet meewerkt aan het onderzoek van de deskundige? Kan er dan wel een beslissing volgen op basis van art. 42? Immers, in deze gevallen zijn er géén onderzoeken gebeurd door de deskundige.
Het Hof van Cassatie heeft bij arrest van 9 mei 2017 geoordeeld dat de Rechtbank enkel en alleen moet vaststellen dat er bv. sprake is van een verslaving aan alcohol waardoor men niet voldoet aan de vereiste normen om lichamelijke of geestelijke geschiktheid te zijn. Volgens het Hof moet de Rechtbank deze vaststellingen dus niet verplicht doen op basis van een verslag van een deskundige. De Wet schrijft immers deze voorwaarde niet voor.
De zienswijze van het Hof van Cassatie betekent dat de Rechtbank dus ook kan vaststellen dat er bijvoorbeeld sprake is van een alcoholverslaving op basis van de gegevens in strafregister van de betreffende bestuurder, bijvoorbeeld indien er meerdere veroordelingen uitgesproken werden voor alcoholintoxicatie of dronkenschap. Ook uit de houding van de bestuurder, bijvoorbeeld door dronken te zijn op de zitting, niet opdagen of niet meewerken aan het onderzoek, of enige andere bevinding kan de rechtbank rechtsgeldig kan afleiden dat er sprake is van een alcoholverslaving.
Hoe lang wordt uw rijbewijs ingetrokken?
De Wet maakt de duur van het verval afhankelijk van het bewijs dat men niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen. Wanneer het rijbewijs werd ingetrokken op basis van artikel 42 Wegverkeerswet, dan kunnen bestuurders om een herziening van de beslissing vragen na zes maanden. Tot voor kort was dit pas na 2 jaar.
Indien het verzoek wordt afgewezen, kan een nieuw verzoek worden ingediend na zes maanden, te rekenen van de datum van afwijzing.
Dit betekent dus de duurtijd kan worden bepaald op minstens zes maanden en maximaal "voorgoed". Het verval zal "voorgoed" wanneer men nooit kan aantonen dat men niet meer ongeschikt is of indien men dergelijk verzoek nooit indient.
Wanneer gaat het verval in? Het verval van het recht tot sturen wegens lichamelijke (of geestelijke) ongeschiktheid gaat in vanaf de uitspraak van de Politierechtbank.
Indien u niet aanwezig was bij de uitspraak en u ook niet werd vertegenwoordigd door een advocaat, gaat het verval pas in vanaf de betekening van de beslissing door een gerechtsdeurwaarder.
De uitwerking van art. 42 blijft echter ook lopen zelfs als u verzet of hoger beroep zou instellen (omdat het een beveiligingsmaatregel is, en geen straf).
Pas n.a.v. een ontvankelijkverklaring van het verzet of een andersluidende beslissing door de Rechter wordt een einde gemaakt aan de toepassing van art. 42.
Anderen lazen ook
U werd gedagvaard voor de Politierechtbank
U kan via deze link uw dagvaarding heel eenvoudig uploaden naar de advocaten van Verkeerszaken.be!